Vóór de vakantie, in mei, hebben we het tijdens de les over onderwerpen voor de scriptie gehad. Ik heb in die tijd even gespeeld met de gedachte om wat te doen met de jonge jaren van mijn vader, die gestraft werd voor het feit dat zijn vader in de oorlog aan de verkeerde kant had gestaan. Hij werd ná de oorlog als 16 jarige naar kamp Vught gestuurd. Mijn schoonvader heeft tijdens de oorlog in concentratiekamp Sachsenhausen gezeten, nadat hij opgepakt was tijdens verzetsactiviteiten. Hij is in 1980 gestorven. Er is nog wel materiaal uit zijn kamptijd bewaard gebleven.
Bert vond dat ik dat niet kon laten liggen, dat ik er zeker iets mee moest doen. Straks is er immers niemand meer die ons en de jongere generatie nog kan vertellen wat hij of zij in de oorlog heeft meegemaakt, die ooggetuige is geweest.
Met Bart Kemps heb ik het begin juni ook over dit onderwerp gehad. Het leek hem wat te beperkt, ik zou het in een breder perspectief moeten trekken. Op zich vond hij het wel interessant, maar waar was dan het raakvlak met fotografie. Daar was ik zelf eerlijk gezegd ook al blijven steken. Foto’s van mijn vader uit die tijd zijn er niet, maar er is genoeg fotomateriaal te vinden uit de oorlogsjaren. Alleen, wat ga ik dan als afstudeeropdracht doen?
Zoals ik eerder al heb geschreven ga ik bovenstaand onderwerp in een veel breder kader van herinneringen plaatsen en misschien dat er op een gegeven moment alsnog wat verhalen bij mijn vader opborrelen.
Helaas wil mijn vader, na zijn aanvankelijke openhartigheid tijdens mijn moeders ziekbed, niets meer over de oorlog vertellen. “Die rotoorlog is allang voorbij en ik wil er niet steeds meer aan herinnerd worden,” zegt hij. Hoe jammer ook, dat zal ik moeten respecteren.
maandag 17 september 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten