donderdag 27 december 2007

Ik worstel...maar kom ik ook boven

Volgens de jonge Zweedse kunstenaar Magnus Monfeldt (1973)
speelt het geheugen en de herinnering een belangrijke rol in de opbouw van onze identiteit. Verlies en dood zijn voor hem belangrijke thema’s in zijn installaties en video’s. The Deprived Eye bijvoorbeeld is een serie video’s gebaseerd op een experiment van Torsten Wiesel en David Hubel, een Zweedse en een Amerikaanse wetenschapper, die in 1958 de waarneming van katten begonnen te bestuderen en er met gruwelijke experimenten achter probeerden te komen hoe en waar geheugen wordt opgeslagen. Hiervoor werd o.a. een oog van katjes dichtgenaaid, het “verstoten” oog, waarna de katten werden losgelaten in een horizontaal en verticaal gestreepte omgeving. Na een poosje, waarbij ondertussen de richting van de lijnen veranderd was, werd het oog weer geopend en hun hersenactiviteit geregistreerd. Door ons af te sluiten van het geheugen, kunnen we de wereld met nieuwe ogen zien, was de strekking van het verhaal.
Monfeldt onderzoekt op zijn manier het geheugen, met behulp van een animatie van grafische patronen van zwarte en witte lijnen, die associaties oproepen met de echte wereld buiten de digitale realiteit.

Ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik hier mee aan moet, ik heb niet zoveel op met video en animaties etc. maar misschien moet ik de tekst nog eens beter bekijken. Ik hoef natuurlijk ook niet alles wat ik tegenkom te gebruiken in mijn scriptie, ik word er een beetje horendol van. Hier was ik dus al eerder bang voor, dat ik om zou komen in mijn teksten. Het is een vreselijk geworstel om uit alles wat ik heb gevonden de essentie te halen en de tijd gaat dringen. Toch vind ik het nog steeds heerlijk om te doen, maar het is goed dat ik even een weekje eruitga, even iets anders aan mijn kop en wie weet op nieuwe ideeën komen.

woensdag 12 december 2007

Daguerreotypie



En dit is dan Louis-Jacques-Mandé Daguerre (1844) zelf, gefotografeerd door Jean-Baptiste Sabatier-Blot (French, 1801–1881). Toch wel een gekke gewaarwording om de uitvinder op zijn eigen uitvinding te zien staan.

Op deze site van het Metropolitan Museum of Art in New York, kun je zien hoe een Daguerrotypie werd gemaakt. Zo bezien is er niet eens zo héél veel veranderd sinds die tijd, in ieder geval niet wat het analoge proces betreft.

donderdag 29 november 2007

Hospik bij het 413e bataljon infanterie in Indië

Met open vrachtwagens (Herringtons) werden de jongens eerst naar Indramajoe gebracht. Veertien dagen later arriveerde mijn vader in Djatibarang, waar hij samen met nog een man of 7 onderdeel uitmaakte van een ondersteuningspeleton van het 413e bataljon infanterie. Hij had in Nederland een opleiding gehad tot hospik (militair met medische opleiding) en heeft nooit hoeven vechten, voor zover ik begrepen heb.

Mijn vader heeft daar twee jaar gezeten, tot er sprake van was dat hij kon emigreren naar Australië. De jongens zouden er een baan krijgen, terwijl dat in Nederland vanwege de hoge werkeloosheid veel moeilijker was. Maar zijn vader schreef dat moeder ziek was en als hij haar nog wilde zien, dan moest hij naar huis komen. Hij heeft contact gezocht met de aalmoezenier en die vertelde hem dat hij moest doen wat zijn hart hem ingaf, daar kon die man hem verder niet bij helpen. Hij is toen toch naar huis gegaan en een half jaar later is zijn moeder (mijn oma) overleden.

Sporen van oorlogsgeweld

"(...) Bij het zien van zijn graf kwam hij pas echt tot leven."

Bart Sorgedrager, geboren na de Tweede Wereldoorlog, heeft zijn oom Bert Wolters nooit gekend. Toch besluit hij tot een fotografische zoektocht naar dit familielid, die in 1944 als vlieger bij het 322 Squadron van de Koninklijke Luchtmacht is verongelukt. Hij is namelijk gefascineerd geraakt door de geschiedenis van dit oudste Squadron van de KL en de bijdrage die zijn oom aan de oorlogsstrijd heeft geleverd. Hij probeert met zijn foto’s een antwoord te geven op de vraag wat er 50 jaar na de oorlog nog rest van de vliegbases waar het 322 Squadron van juni 1943 tot mei 1945 gestationeerd is geweest en herdenkt op deze gepaste wijze tevens zijn oom Bert Wolters, die net als vele anderen in het vergeetboek terecht is gekomen vanwege het feit dat hij het einde van de oorlog niet wist te halen.

De jeugd van nu heeft nog maar weinig binding met oorlogsgraven uit de eerste of zelfs tweede wereldoorlog. Terecht merkt Sorgedrager op dat het onvermijdelijk is dat ervaringen uit de eerste hand verloren zullen gaan, maar dat landschappen veel langer in staat zijn de herinneringen met zich mee te dragen. Omdat veel bases gesloten zijn of worden, zullen ook deze sporen, in de vorm van overblijfselen van start-en landingsbanen, maar ook gebouwen, langzamerhand verdwijnen. Bart fotografeert vliegvelden als Biggin Hill, West Malling en Hawkinge, waar het oorlogsgraf van zijn oom zich bevindt. Ook enkele vliegvelden uit Nederland, waaronder die van Woensdrecht en Schijndel passeren de revue. Elders, niet in dit boek, kwam ik de term “schuldige landschappen” tegen, maar niet zo schuldig dat de sporen van het oorlogsgeweld niet snel kunnen verdwijnen. Monumenten zullen ons slechts resten, zoals de herdenkingskapel op Biggin Hill, één van de belangrijkste vliegvelden uit de Battle of Britain.

Na de tweede wereldoorlog, in 1947, ging het Squadron (een Jachtvlieg Afdeling) naar Indië, om de daar reeds aanwezige luchtmacht te versterken. Een jaar later vertrok mijn vader als 19 jarige vrijwillig dienstplichtige naar Indië (Java) met de M.S. Johan van Oldenbarnevelt, passeerde op 19 oktober 1948 – zijn verjaardag - de evenaar, om daarna in Tandjong Priok aan land te gaan.

Boek:
Sorgedrager, B
322 Squadron: Sporen van zijn verleden, lijnen in de geschiedenis, Den Haag: Sectie luchtmachthistorie van de Staf van de bevelhebber der Luchtstrijdmachten, 1993

Dit boek heb ik in kunnen zien bij de bibliotheek van het Nederlands Fotomuseum

Voor verhaal en foto's over Bert Wolters (overigens niet van Sorgedrager) zie verder deze website aangezien de foto's daarop beveiligd zijn.

Dilemma's

Ik zit al weken tot mijn nek toe in de scriptie, maar toch komt het er niet van om dit op de een of andere manier in mijn blog te verwerken. Want wat zal ik bloggen, ik heb zovéél. Belangrijkere dilemma's op het moment zijn: wat ga ik precies in mijn scriptie opnemen, wat zijn minder belangrijke details. Hoe ga ik de informatie die ik heb verzameld gebruiken? Wat laat ik van mezelf zien in de eigen herinneringen?

Dan komt er weer nieuwe informatie bovendrijven, o help, ik ben nog maar steeds bij hoofdstuk 2. Ook zal ik meer na moeten gaan denken over de vorm waarin de scriptie gegoten gaat worden. Een klasgenoot vroeg laatst hoe het stond met de Alzheimer. Voorlopig zit ik nog even volop in de "oorlog-en andere ellende" kant van mijn verhaal. Ik zal een poging doen om hier wat van te laten zien.

vrijdag 9 november 2007

Tips van Rik

Gisteren had ik een afspraak met mijn scriptiebegeleider Rik Suermondt. Ik zit nog steeds op het goede pad gelukkig, al vertelde ik hem wel dat ik aardig aan het verzuipen ben in alle boeken, tijdschriften, websites, artikelen etc. omtrent mijn onderwerp. Iets waar ik al bang voor was, mezelf kennende weet ik van geen ophouden. Toch moet ik een keer stoppen met nog meer informatie zoeken. Het schrijven heeft een poosje geleden aanvang genomen en komt nu op de eerste plaats. Rik had nog wel een paar tips voor fotoboeken/projecten van een aantal fotografen:

Seiichi Furuya, Memoires, 1989 (jaartal is belangrijk, 1e uitgave heeft interessante tekst over het associatieve van herinneringen)
Bart Sorgedrager, 322 Squadron, Sporen van zijn verleden, lijnen in de geschiedenis.
Ringel Goslinga, Family Tree (boek komt eind 2007 uit)
Pedro Meyer, I photograph to remember (zie hiervoor mijn andere blog)

Later meer hierover.

vrijdag 19 oktober 2007

First things first

Afgelopen weken is al mijn tijd gaan zitten in werkplan, actieplan, portfolio, presentatie en competentieassessment, en nog een voltooiing van de laatste BPV. Volgende week ga ik een paar dagen naar Groningen, o.a. voor een bezoek (met opdracht) aan de Noorderlicht manifestatie. In het weekend is echtelief jarig en vieren we feest. Als dat gedaan is kan ik me weer met hart en ziel op de scriptie storten, die overigens geen moment uit mijn gedachten is! Bergen informatie liggen klaar om geselecteerd en verwerkt te worden, maar ik geloof dat ik aardig op schema lig.

Wacht even, ik lees net dat de inleiding en twee geschreven hoofdstukken 1 november bij de scriptiebegeleider moeten worden ingeleverd. Dat ga ik zo niet redden. De pc dus mee naar Groningen en schrijven maar...

Nog steeds een waarheid als een koe

Ouderdom, hoe zijdt gij zo veracht,
terwijl eenieder u begeert.


Anoniem, zeventiende eeuw

dinsdag 9 oktober 2007

Minder

Wij zijn wat we ons herinneren. Minder herinneren betekent minder zijn.
Uitspraak van de Spaanse schrijver: Carlos Ruiz Zafón

maandag 1 oktober 2007

Geheugenpoli

Vorige week had ik een interessante ontmoeting met Cecile Potjes (van Kunsthuis Rosmalen) en beeldend kunstenaar Fons Spinhof. Deze mensen hadden uitnodigingen bij voor een lezing van Rick Vercauteren over fotograaf Toon Michiels, die ik kende van zijn prachtige foto’s in het boek Zeldzame mensen.

We troffen elkaar op de Open Dag van de Geheugenpoli van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (locatie Carolus) in ’s Hertogenbosch. Ik wist niet precies wat dat inhield, een Geheugenpoli, maar ik vond het een mooie gelegenheid om daar achter te komen. In tegenstelling tot wat ik dacht, was er niet veel te zien, maar ik ben toch wel wat wijzer geworden. We kregen eerst een gesprek met een geriatrisch verpleegkundige en daarna nog met een psycholoog. Op het Carolus komen zo’n tien mensen per week, over het algemeen met een verwijzing van de huisarts. Hun leeftijd ligt tussen de 35 en 100 jaar. Om vast te stellen of er sprake is van dementie is er een twee uur durend onderzoek, met o.a. gesprekken met de patiënt zelf en met de centrale verzorger. Dan volgt een eerste conclusie en adviezen voor verdere behandeling. Als het team er niet uitkomt, volgt een verwijzing voor nader onderzoek met o.a. een MRI scan. Er werden een aantal geheugentesten besproken, waaronder de CST ofwel Cognitieve Screeningstest, die samen met de andere bevindingen van zo’n dag al tot een eerste betrouwbare uitspraak leiden. We kregen nog een boekje mee en folders, zodat ik weer het nodige te bestuderen heb.

donderdag 27 september 2007

Vriendje Alzheimer

Op de site van Alzheimer Nederland lees ik geboeid de columns van Evert van Rossum, een 58 jarige man met Alzheimer. Hij weet naar mijn idee dit lastige onderwerp goed bespreekbaar te maken. Samen met zijn vriend Izaak vecht hij al een jaar of vier dagelijks tegen zijn ziekte en ook tegen het ongeloof dat hij als jong dementerende tegenkomt. In zijn columns kom ik sprekende voorbeelden tegen van de beperkingen waar hij door zijn ziekte mee te maken krijgt, zoals het niet meer tussen neus en lippen door kunnen maken van een afspraak en zijn onvermogen om een verhaallijn vast te houden.

In zijn columns schuwt hij de liefde niet en ook sex krijgt een plaatsje. Hij schrijft bijvoorbeeld:

Jonge mensen vinden dat sex tussen oudere mensen uit den boze is.
Die doen het toch niet meer. Of nog erger, ze vinden het een onsmakelijk idee!


Deze regels doen me sterk denken aan wat ik zelf eens van een nichtje te horen kreeg. Ze vond de gedachte aan vrijende mensen van boven de vijftig maar vies. Ook tijdens mijn bespreking van het boek Geliefden van Marrie Bot op de academie, zat het jonge volk niet echt op de nietsverhullende duidelijkheid van oude gerimpelde lijven te wachten. Maar dat is een heel ander onderwerp.

Het enige wat mij in zijn columns een beetje tegenstaat is het voortdurende gebruik van "vriendje Alzheimer", maar dat komt misschien ook omdat ik al zijn columns achter elkaar gelezen heb. Je zult maar zo'n vriendje hebben!

Geheugentesten

Gisteren was toevallig ook de Nationale Geheugentest op tv. Ik had helemaal geen zin om daar naar te kijken en heb de test daarom online gedaan. Wat bleek, mijn geheugen is toch minder slecht dan ik dacht. Wel heb ik een aantal vragen moeten gokken, zodat ik eigenlijk nog niet weet hoe het echt met mijn geheugen is gesteld.
Op de site van de uva zijn meer geheugentesten te vinden.

Wetenschap

De ziekte van Alzheimer kenmerkt zich door verlies van geheugen als gevolg van het afsterven van hersencellen. Deze sterfte wordt veroorzaakt door ophopingen van het amyloid-beta eiwit. Dit eiwit gaat een binding aan met zichzelf, wat resulteert in een giftig eiwitaggregaat. Eiwitten die kunnen binden aan het amyloid-beta eiwit zorgen ervoor dat het niet meer bindt aan zichzelf, en dus niet meer giftig is.
Bron: umcn

Mensen met beginnende klachten kunnen zich in een vroeg stadium laten testen op Alzheimer bij prof. Scheltens van het Alzheimercentrum. Professor Luiten van de Universiteit van Groningen test op ratten en muizen medicijnen die een remmende werking hebben op de ziekteontwikkeling. Het lijkt slechts een kwestie van tijd tot een echt geneesmiddel zich aandient. Maar volgens prof. Swaab van het Nederlands Herseninstituut zitten de wetenschappers op een totaal verkeerd spoor. Moeten we nog honderd jaar wachten tot er een medicijn is?

Gisteren de documentaire gezien waar het hierboven over gaat, op 18/9 op de video opgenomen. Het Alzheimer mysterie bleek één van drie documentaires die binnenkort (nov. 2007) op dvd te koop zijn bij de EO.

In deze documentaire werden o.a. tegengestelde meningen besproken van een aantal wetenschappers, m.b.t. het onderzoek naar Alzheimer.
Een van de geportretteerden was een nog vrij jonge man (onder de zestig) die met Alzheimer was behept, iets waar ik de laatste tijd steeds meer over hoor. Ook in de Volkskrant van afgelopen zaterdag een artikel dat aangaf dat jongere patienten vaak een foute diagnose krijgen, omdat dementie op deze leeftijd slecht wordt herkend. In Nederland zijn er ongeveer 12 duizend mensen die vóór hun 65e dement worden. Niet alle dementie wordt gekenmerkt door geheugenproblemen. Bij fronto-temporale dementie (FID), waar enkele duizenden relatief jonge mensen aan lijden, wordt het voorste deel van de hersenen aangetast en krijgt men te maken met gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen.

De grootste groep dementen is ouder dan 80 jaar en lijdt aan Alzheimer. Tegenwoordig is dat gelukkig niet alleen meer na het overlijden vast te stellen en hoewel er vooralsnog geen medicijnen voor zijn, kan patienten geleerd worden hoe ze het beste om kunnen gaan met hun ziekte.

vrijdag 21 september 2007

Wereld Alzheimerdag

Vandaag is het Wereld Alzheimerdag. In het Tijdschrift voor Verzorgenden lees ik een uitspraak van Economie-minister Maria van der Hoeven op een bijeenkomst in het kader van Wereld Alzheimerdag, in VU medisch centrum:

Behalve het persoonlijke leed dat deze ziekte veroorzaakt, heeft Alzheimer ook invloed op onze economie. Het groeiende aantal Alzheimerpatiënten trekt in de toekomt een grote wissel op de samenleving, vindt Van der Hoeven. ‘Als we geen oplossing vinden voor deze ziekte, zal het aantal Alzheimerpatiënten in de toekomst sterk toenemen. Daarbij moeten we ons realiseren dat er straks minder jonge mensen zijn om voor deze patiënten te zorgen’.

Eigenlijk niets nieuws, lijkt mij, maar het is goed dat er weer even de aandacht op wordt gevestigd.

In het artikel staat verder:
Naar schatting zijn er in Nederland op dit moment 195 duizend mensen bij wie de diagnose dementie is gesteld. Daarnaast zijn er waarschijnlijk 60 duizend mensen die lijden aan dementie, maar bij wie de diagnose nog niet is vastgesteld. Circa 10 duizend mensen is jonger dan zestig jaar. De Gezondheidsraad schat dat het aantal dementerenden tot 2050 zal toenemen tot 600 duizend. Deze toename wordt met name veroorzaakt door de toenemende vergrijzing.

En voor die toename ben ik zelf medeverantwoordelijk, als ik tenminste niet vóór die tijd door iets anders kom te overlijden.

donderdag 20 september 2007

Reminiscentie

Ik vind het schitterend om telkens weer (in dit geval op internet) een luikje open te trekken, waar dan een stortvloed aan informatie vandaan komt, al moet ik voortdurend in de gaten houden dat ik wel de (meest) bruikbare informatie eruit filter. Zo ook weer vandaag. Ik was de afgelopen tijd al vaker het woord reminiscentie tegengekomen, in het kader van mijn onderzoek. Vaag wist ik wel wat het betekende en kon ik wel uit de context halen wat er bedoeld werd, maar ik had het woord nog niet opgezocht in mijn woordenboek of op het worldwideweb. Op deze site vond ik wat ik nodig had en nog veel meer.
Reminiscens is volgens Van Dale: Verschijnsel, dat herinneringen oproept aan iets overeenkomstigs uit het verleden. En reminiscentie: gedachte aan een verschijnsel uit het verleden, dat overeenkomst vertoont met een huidige waarneming. Voor een verdere uitwerking verwijs ik met plezier naar bovengenoemde website, waar voor mij in ieder geval nog veel te halen valt. Wordt vervolgd.

George Sarton Leerstoel

Mijn oog viel vanmorgen toevallig op een klein berichtje in de krant:
De George Sarton Leerstoel voor de geschiedenis van de wetenschappen aan de universiteit Gent wordt dit jaar toegekend aan Douwe Draaisma.

woensdag 19 september 2007

Kleuters en bejaarden


Philippe Inkelberghe heeft voor een project eens 96 multiculturele kleuters en 96 demente bejaarden gefotografeerd, die recht in de camera keken.
“Young voices grow old” was het thema van de 2 monumentale fotomozaïeken. En de naam van het werk: "Kinderen Baas - Not Forgotten"

Ook een idee... hoewel zo'n mijmering weer meer iets is voor het werkplan misschien.

Tekst en beeld

Stukje uit een recensie van het in mijn andere blog besproken boek van Michiel Hendryckx. Zelf heb ik het boek nog niet gezien, maar slechts de besprekingen op internet gelezen, hetgeen zeker uitnodigt tot een nadere blik. Zoals hij zelf stelt is het een soort reis door zijn geheugen!

In honderd foto’s legt Michiel zijn ziel op ontroerende, belerende en soms komische wijze bloot. We zien vroege portretten van Jan Hoet, Kamagurka, Jan Decleir, Michiels beste vriend Piet, maar evengoed landschappen en snapshots. Soms tijdloos, soms hopeloos gedateerd, maar net daarom van een nostalgische waarde. Wat het boek bijzonder maakt is de chemie tussen tekst en beeld: Michiel is nu eenmaal een beeldrijke verteller. In de korte tekstjes aan de linkerkant lezen we over de herinnering aan, de visie op of de making of van de foto aan de rechterkant. Snel door het boek bladeren en enkel naar de prentjes kijken doet dit boek oneer aan, want de beelden zijn lang niet allemaal geselecteerd op esthetiek, zoals in het doorsnee fotoboek. De schoonheid van dit boek zit ‘m in de verscheidenheid van de beelden, in de joviale openheid waarmee Michiel laat binnenkijken in zijn leven. Een jovialiteit die van hem een zeldzame, authentieke mens maakt, zowel op tv als in zijn foto’s.

Michiel Hendryckx, Het mooiste licht is tegenlicht. Antwerpen: Manteau, 2007

dinsdag 18 september 2007

Zeepaardje

Hippocampus
Klein orgaantje in onze hersenen, in de vorm van een zeepaardje, dat een belangrijke rol speelt bij het opslaan en terughalen van herinneringen en bij allerlei leerprocessen.

Bron: Thinkquest

De traditionele zienswijze is dat nieuwe herinneringen eerst worden opgeslagen in de hippocampus, totdat ze, in hun originele vorm, geconsolideerd (vastgelegd) zijn in de neocortex. De transformatietheorie beweert daarentegen dat de gedetailleerde, contextafhankelijke herinnering (episodische herinnering) getransformeerd wordt naar een meer schematische en generieke herinnering (een semantische herinnering), waarbij de context verloren gaat. De episodische herinnering huist dan in de hippocampus, de semantische ergens daarbuiten.

Bron: Cognitienet

Hier moet ik nog eens goed over nadenken. Wat betekent dit dan precies? En is het belangrijk voor mijn onderzoek of de herinneringen worden opgeslagen in de hippocampus of ergens daarbuiten?

Krachteloos

Er is maar één ding erger dan dwangmatig te zijn in het vergeten van dingen, en dat is krachteloos te zijn in het je herinneren van dingen.

Jonathan Saffran Foer: Alles is verlicht

maandag 17 september 2007

Opdat wij niet vergeten

De tweede wereldoorlog heeft op mij de onuitwisbare indruk achtergelaten van een afschuwelijk kwaad. Het is moeilijk zo niet onmogelijk om de herinneringen van die oorlogsjaren uit te wissen. De bezetting door de nazi's was een angstaanjagende tijd en ik beleef die jaren nog steeds keer op keer. Ik kan mij voorstellen dat sommige mensen het zouden willen vergeten. En sommigen doen dat ook! Omdat ik de horror van de tweede wereldoorlog heb ondergaan vind ik dit moeilijk om te accepteren.
Bron: site over de holocaust



Buena Memoria - Good Memory
"Opdat wij niet vergeten" klinkt het elk jaar bij de herdenking op 4 en 5 mei. Veel meer gebeurtenissen mogen niet vergeten worden. De Argentijnse fotograaf Marcelo Brodsky is in 1996 een project gestart m.b.t. de dictatuur van Argentinië. Hij is begonnen met een oude klassenfoto uit 1967, die hij heeft uitvergroot. Daarna is hij op zoek gegaan naar zijn vroegere klasgenoten, die hij allemaal in beeld heeft gebracht, tegen de achtergrond van de klassefoto. Op deze groepsfoto staat om enkele hoofden een rode cirkel. Deze jongens zijn vermist, vermoord. Een van hen is zijn beste vriend en de andere is zijn broertje. Op de foto zijn nog meer aantekeningen, opmerkingen, cirkels en strepen te zien. Een anonieme geschiedenis krijgt identiteit. Tijdens de tentoonstelling in de Melkweg Galerie in Amsterdam was op een video te zien hoe Marcelo op zoek is tussen de familie-foto's en hoe hij het verleden probeert te reconstrueren aan de hand van foto's en filmpjes. Zo heeft hij zijn vriend en zijn broer tot leven gebracht en aan de vergetelheid onttrokken. Opdat wij niet vergeten!

Brodsky zegt zelf over zijn werk dat hij vragen wil stellen "over aard en totstandkoming van collectieve herinneringen en de invloed van de media op ons historisch bewustzijn en ons identiteitsbesef"
Bron: Ravage digitaal

Op Tweevandaag is nog steeds een video te bekijken en te beluisteren van de tentoonstelling uit 2002.

Deze beelden laten me niet snel meer los.

Die rotoorlog

Vóór de vakantie, in mei, hebben we het tijdens de les over onderwerpen voor de scriptie gehad. Ik heb in die tijd even gespeeld met de gedachte om wat te doen met de jonge jaren van mijn vader, die gestraft werd voor het feit dat zijn vader in de oorlog aan de verkeerde kant had gestaan. Hij werd ná de oorlog als 16 jarige naar kamp Vught gestuurd. Mijn schoonvader heeft tijdens de oorlog in concentratiekamp Sachsenhausen gezeten, nadat hij opgepakt was tijdens verzetsactiviteiten. Hij is in 1980 gestorven. Er is nog wel materiaal uit zijn kamptijd bewaard gebleven.

Bert vond dat ik dat niet kon laten liggen, dat ik er zeker iets mee moest doen. Straks is er immers niemand meer die ons en de jongere generatie nog kan vertellen wat hij of zij in de oorlog heeft meegemaakt, die ooggetuige is geweest.

Met Bart Kemps heb ik het begin juni ook over dit onderwerp gehad. Het leek hem wat te beperkt, ik zou het in een breder perspectief moeten trekken. Op zich vond hij het wel interessant, maar waar was dan het raakvlak met fotografie. Daar was ik zelf eerlijk gezegd ook al blijven steken. Foto’s van mijn vader uit die tijd zijn er niet, maar er is genoeg fotomateriaal te vinden uit de oorlogsjaren. Alleen, wat ga ik dan als afstudeeropdracht doen?

Zoals ik eerder al heb geschreven ga ik bovenstaand onderwerp in een veel breder kader van herinneringen plaatsen en misschien dat er op een gegeven moment alsnog wat verhalen bij mijn vader opborrelen.

Helaas wil mijn vader, na zijn aanvankelijke openhartigheid tijdens mijn moeders ziekbed, niets meer over de oorlog vertellen. “Die rotoorlog is allang voorbij en ik wil er niet steeds meer aan herinnerd worden,” zegt hij. Hoe jammer ook, dat zal ik moeten respecteren.

maandag 10 september 2007

Dement in de bloeitijd van je leven

MENEER K

Meneer K

Meneer K is nu voorgoed naar het gesticht
gebracht omdat hij iedere nacht naar moeder
wilde. Het hielp niets meer als men zei
dat moeder 20 jaar geleden al gestorven was,
5 minuten later besteeg hij toch de brom-
fiets en verdween vol-gas in het duister.

Meneer K (51), zijn gezicht stil van verkalking,
weet niets meer, alleen tegen het einde van
de dag glimlacht hij als hij naar buiten kijkt
en ziet dat het al donker wordt. Kom, zegt hij
dan, ik stap maar weer eens op.

Rutger Kopland.

donderdag 6 september 2007

Tentstokken

Gerrit Krol heeft foto's ooit de 'tentstokken van de herinnering' genoemd. Prachtige vergelijking vind ik dat. Misschien zegt het je nog wel meer als je, zoals ik, gewend bent te kamperen, maar iedereen zal zich hier wel iets bij voor kunnen stellen.

Ook Douwe Draaisma beaamde in 2002 dat foto's niet de herinneringen zelf zijn, maar je wel kunnen helpen om herinneringen op te spannen en overeind te houden. Wat herinner je je eigenlijk, de foto of de gebeurtenis?

woensdag 5 september 2007

Lach maar

Dat ik voor mijn scriptie het geheugen wil behandelen, komt - voor wie mij een beetje kent - niet zo maar uit de lucht vallen. Toch is het naar aanleiding hiervan wel grappig om te vermelden dat ik afgelopen schooljaar al begonnen was met het verzamelen van informatie en het een en ander in documenten had opgeslagen, maar dat ik na mijn vakantie helemaal vergeten was dat ik dit bijeen gesprokkeld had, niet wetende dat ik uiteindelijk na lang nadenken ook daadwerkelijk dit onderwerp zou kiezen. Zoonlief moest dan ook hartelijk om zijn moeder lachen, toen ik op mijn werkkamer deze verheugende ontdekking deed. Hoezo kort van memorie!

Waarom ik nooit een persfotograaf zal worden

Echtelief wordt tijdens onze vakantie met de ambulance van Dublin Airport - waar we op de aankomst van onze zoon wachtten - naar Beaumont Hospital gebracht en ik, held die ik ben, heb niet één foto gemaakt van zijn verblijf in een Iers ziekenhuis. Ja, de avond voor hij weer naar huis mocht en zoon J. en ik terug naar de camping gingen, op dat moment dacht ik er nog gauw aan om een paar foto's te maken, terwijl ik toch steeds mijn fototas bij me had gehad. Een gemiste kans.

Met W. is alles overigens goed afgelopen. De pijnaanvallen bleken afkomstig van een niersteen, die er gelukkig niet zo heel lang over deed om langs de natuurlijke weg zijn lichaam te verlaten. Na een paar dagen konden we onze vakantie vervolgen.

Ik heb er nog veel over nagedacht, over die gemiste kans en over veel andere niet gemaakte foto’s. Zoals verleden jaar, toen ik zelf twee keer in het ziekenhuis ben opgenomen om gedotterd te worden aan mijn nierslagaders. Tijdens een van mijn slapeloze nachten heb ik me voorgenomen om de eerstvolgende keer dat ik zelf in het ziekenhuis beland, foto’s te maken van mijn ziekbed en alles daaromheen. Ik kon het me zo levendig voorstellen hoe ik dat dan ging doen, dat het even leek alsof ik toch lag te dromen.

Ik heb overigens een tijdje geleden een aardig boek over dit onderwerp aangetroffen: Nabeelden: album van niet gemaakte foto’s, van Rein Jelle Terpstra . Later meer hierover, want ik wil dit boek ook gaan gebruiken voor mijn scriptie over herinneringen, de werking van het geheugen en de invloed van de fotografie.

donderdag 24 mei 2007

Wat aantekeningen

Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt: Over het autobiografische geheugen/Douwe Draaisma, 2002
Foto omslag: Kors van Bennekom

Kors van Bennekom: doet me denken aan mijn eerste grote fotografie ervaring, groot in beide betekenissen: groot van formaat en grootse fotografie. Wat vond ik deze beelden geweldig en een eye-opener. Gewoon alledaagse beelden van belang voor iedereen. Zo verbaas ik me vandaag de dag nog steeds als ik er op gewezen word dat een persoonlijk verhaal als scriptie, of als onderdeel van je scriptie erg op prijs gesteld wordt.

Beelden over ons alledaagse leven en beelden waaruit positieve verwachtingen spreken zien we niet vaak terug in kranten of op exposities, toch worden ze wel degelijk gefotografeerd.

"Hoe je bent, zo fotografeer je ook.", zegt Eva Besnyö (tijdens het Noorderlicht 1995). Zij is van mening dat het aan de instelling van de fotograaf ligt wat wordt opgemerkt, gefotografeerd en vervolgens getoond aan het publiek. "Vaak is het zo dat je negatieve dingen op moet gaan zoeken. Dat heb ik dus niet gedaan. Men veronderstelt vaak een zekere naïviteit, men denkt dat ik de negatieve kanten niet zie. Maar ik zie ze wel, ik heb ze alleen niet gefotografeerd."

woensdag 23 mei 2007

Wat ideeën

Waar zou ik nu een jaar mee bezig willen zijn? Bart zei tijdens mijn studiebegeleidingsgesprek dat dat mijn uitgangspunt moest zijn. We kregen het erover omdat ik aangaf toch wel schrik te hebben voor volgend jaar. Ik moest er tijdens de zomervakantie maar eens mijn gedachten over laten gaan. Of nu al dus, zoals Bert ons aanraadt. (Bart, Bert en Bas, hoe krijgen ze het voor elkaar)!

Waar gaan mijn gedachten zoal heen?
Ik denk aan mensen die een camping beginnen (in het buitenland). Om de een of andere reden heeft de gedachte bij mij post gevat dat het beheren van een camping in Ierland, Noorwegen of Frankrijk bijvoorbeeld, geweldig zou zijn. W. en ik zijn echter bepaald geen klustypen, tobben met gezondheidsklachten en als ik de verhalen mag geloven dan komt er ginds ook heel wat ellende voorbij. Mooi voor een serie, maar kan ik daar tijd voor vrij maken? Hetzelfde geldt voor de wereld vanuit de caravan, zoals bijvoorbeeld mensen die permanent in een caravan wonen, hun huis hebben verkocht.

Lezende vrouwen. Hier heb ik al lang een fascinatie mee en de idee er nog eens wat mee te doen. Veel raakvlakken met beeldende kunst, maar is het interessant genoeg voor een scriptie?

Mijn vader en W. zijn moeder. Pa die al jong (17) naar Indië ging, een foute vader had? Op het sterfbed van mijn moeder kwam zijn verhaal los. Helaas heb ik een geheugen als een zeef en ben ik veel van wat hij vertelde al weer vergeten, maar ik zou hem er nog eens naar willen vragen. Als kind was ik geboeid door zijn Indië albums. Op latere leeftijd nam hij mijn vergroter over en ging hij zelf afdrukken, nog later ook in kleur. Met dia’s maakte hij prachtige overvloeiseries. Na de dood van mijn moeder was het afgelopen en had hij er geen zin meer in.
Ma, de moeder van W., die altijd heeft moeten leven met een man die in een kamp had gezeten. In dat gezin was de oorlog pas voorbij toen pa dood ging.
Over de werking van het geheugen en de invloed van de fotografie. Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt (boek van Douwe Draaisma) van dat soort dingen.

De vergrijzing, mensen in bejaardenhuizen, de kamertjes en uitzichtloze situaties.

Ik merk dat scriptie en foto's voor het eindexamen nu wel lekker door elkaar aan het lopen zijn. Is dat erg? Als ik het straks dan allemaal maar op een rijtje heb.
Ik schrijf op het moment zoals ik me voel, chaotisch en met gedachten die alle kanten opschieten. Ik moet naar bed, want anders verslaap ik me morgen weer - zoals wel vaker de laatste tijd - maar ik heb geen rust.

Even afwachten nog...

Nou, ik stond wel even raar te kijken, dit was beslist niet goed! Het was nu net de bedoeling dat ik zorgvuldiger zou kijken en kadreren. In één klap (druk op de knop) werd dat te niet gedaan. Wat reageerde die knop verrekte snel zeg, dat zou me geen tweede keer overkomen… Helaas was dat wel het geval. Soms ging het goed, even lichtjes indrukken om de belichting vast te stellen, maar een aantal keer net niet. En er zitten maar 10 foto’s op een 120 spoel. Op ’t moment dat ik besloot om de camera dan maar even uit te zetten, raakte ik kennelijk toch weer de ontspanknop aan, met het bekende gevolg. Grrr. Wachten met spannen dan maar? Heeft weinig zin, ik kan toch niet om die knop heen. Ik ben heel benieuwd hoe Karin dat zelf ervaart, kwestie van wennen waarschijnlijk.

Waar ik ook aan moet wennen is dat de zoeker naast het objectief zit, waardoor parallax ontstaat. Er is wel een mooi kader ingebouwd, maar ik word afgeleid doordat ik het objectief zie zitten.

De film inleggen, buiten op een bankje aan de Maashaven, gaat eveneens met wat problemen gepaard. Ik herinner me nog van mijn oude Minolta SRT, dat ik altijd wat zat te tobben. Wat voel ik me toch klunzig op zulke momenten. W. gaf me van de week een goede tip: de spoel eruit halen, film in de gleuf, wat opwikkelen en dan pas terugstoppen. Dat werkt perfect!

Nu nog even het resultaat afwachten, want ook met de belichting ging niet alles meteen goed… Ik heb de films naar Foto Klein in Rotterdam gebracht om ze te laten ontwikkelen en afdrukjes ervan te maken, zodat ik zaterdag in ieder geval beeld kan laten zien. Hopelijk zijn ze morgen klaar.

dinsdag 22 mei 2007

Middenformaat

Een week of wat geleden kwam mijn keuze voor groen ter sprake bij Karin (docent). Zij vond dat ik nog niet echt een verhaal had met al de foto's die ik liet zien. Of liever gezegd, er konden meerdere verhalen uit mijn foto's gehaald worden, maar dat éne verhaal moest ik toch wel zelf vertellen. Ook kwam naar voren dat ik erg veel foto's maak, wellicht toch ook door het gemak van de digitale camera. Ik probeer dat soms al te beperken door met één geheugenkaart te werken. Wat dacht ik dan van een middenformaat? "Ja, volgend jaar ben ik echt van plan om daar mee te gaan werken", was mijn antwoord. "Toch niet nu, drie weken voor de presentatie". "En waarom niet", vroeg Karin. "Ik weet ook zo gauw niet waar ik er een vandaan moet halen en dan moet ik helemaal opnieuw beginnen". "Ria, ik ga er straks een voor je halen", zei Karin, "want op de een of andere manier weet je er elke keer onderuit te komen". Waarin ze nog eens gelijk had ook. Het kwam er op neer dat ik de Mamiya 7.2 van mijn docent mocht lenen, verdere details zal ik iedereen besparen.

Inmidddels heb ik een tweetal keer (twee rolfilms van tien foto's) met de camera gefotografeerd. Het is een lekker licht toestel en er zit een lens op van 80 mm. Ik moet erg wennen aan een aantal dingen, maar vooral aan de ontspanknop. Voor ik het wist had ik mijn eerste foto gemaakt!

maandag 21 mei 2007

Achterhoofd

Scriptie! Ja ergens blijft dat woord hinderlijk in mijn achterhoofd zitten zeuren, net als het stemmetje dat tegen me zegt dat ik weer eens iets op dit blog moet schrijven. Normaal heb ik daar toch niet zo'n moeite mee, maar ik moet nog zoveel andere dingen deze laatste weken van het schooljaar.

Ik ben ondertussen al wel driftig aan het verzamelen geweest, teksten die ik nog eens denk te kunnen gebruiken, titels van boeken waar ik wat mee heb, of denk straks wat aan te hebben. On Photography van Susan Sontag heb ik inmiddels gelezen, in de Nederlandse uitvoering weliswaar en dat heeft me een keur aan notities opgeleverd. Zoals deze: De naam waaronder Fox Talbot in 1841 patent aanvroeg op zijn fotografisch procédé, was kalotypie [van het Griekse kalos = mooi].) Niemand zal ooit uitroepen: “Wat lelijk! Dat moet ik fotograferen.” Zelfs als iemand dat zou zeggen, zou het alleen maar betekenen: “Ik vind dat lelijke ding …mooi!”

We hebben het vaak over het woord mooi gehad met besprekingen, het was eigenlijk taboe om dat te gebruiken. Toch interessant om het nu in deze context weer tegen te komen.

Waar ik me volgend jaar mee bezig ga houden, weet ik nog niet echt. Er zijn diverse mogelijkheden bij me opgekomen, maar ze zijn niet allemaal even realistisch en uitvoerbaar, ben ik bang. Ik heb tenslotte ook gewoon een baan. Lekker een paar maanden alleen fotograferen zit er echt niet in.

vrijdag 11 mei 2007

Scherp/onscherp



In dit geval vind ik het onscherpe beeld, hoewel in eerste instantie mislukt gedacht en opnieuw gemaakt, een spannender beeld opleveren dan de scherpe foto. Het was echt een momentopname, ik was bang dat de vrouw weg zou lopen als ze me een foto zag maken en dat deed ze ook. Ze had me al eerder argwanend bekeken toen ik hier rondscharrelde, al kan ik me dat verbeelden natuurlijk. Ik had al gevraagd of ik haar de trap af moest helpen, toen ze daar voor stond, maar ze schudde heftig van nee, hetgeen me een ongemakkelijk gevoel gaf. Net zo ongemakkelijk als dit plein, dat in de zon lag te blakeren met al die kapotte tegels en cementzakken.

woensdag 25 april 2007

Veel is beter dan één


Het bleek nog wel aardig gelukt te zijn de vorige keer, de beschrijving van mijn foto. Zo had Bert het in ieder geval ongeveer bedoeld.
De opdracht die we nu meekregen was om een foto erbij te zoeken, van jezelf of van iemand anders en te beschrijven hoe de betekenis van foto 1 door foto 2 al of niet verandert.

En wat voor foto kies je dan? Eentje die de situatie van de eerste foto kan verklaren misschien, of juist een foto die nog meer vragen oproept of...

Erbij kregen we een artikel om te bestuderen, over Andy Warhol, van William V. Ganis: Invisible culture: an electronic journal for visual studies

Hoewel mijn Engels redelijk is, kostte het toch even wat tijd om dit artikel te doorgronden. Het mooiste wat ik eruit heb gehaald, hoewel misschien een open deur, was een verwijzing naar Edvard Munch, die ook vaak zijn beelden herhaalde: "The reason for this repetition Much said, ...is that we see with different eyes at different times. We see things one way in the morning and another in the evening, and the way we view things also depends on the mood we are in. That is why one subject can be seen in so many ways and that is what makes art so interesting." Voor mij de spijker op zijn kop!

Maar nu de foto's.

De tweede foto toont een eenvormige nieuwbouw straat, met een kale stoeppartij voor de zich herhalende voordeuren. Kun je eigenlijk zien dat het nieuwbouw is, als je dat als beschouwer niet weet? Ik denk het wel. De eerste foto toont ook een voordeur, maar die is veel individueler. Als je die foto's naast elkaar zou hangen, de tweede foto links van de eerste, verandert dan de indruk/betekenis van de foto die eerst alleen hing? De rode baksteen, hoewel anders, vormt een bindend element. Je gaat vergelijken. Waar zou je liever willen wonen? Het is op beide plekken even kaal, maar misschien is het bij de groene deur wel wat minder saai. Ik weet eigenlijk niet of de betekenis voor mij verandert. Misschien wel voor de onwetende beschouwer. Omdat ik de foto's zelf gemaakt heb en beide plekken ken, vind ik het moeilijk om een antwoord te geven. Wellicht had ik toch beter een andere, niet door mij gemaakte foto erbij kunnen zoeken...

NB
"veel is beter dan één" is ontleend aan "thirty are better than one", Warhol's Mona Lisa serie.
Als ik al die zelfde voorgevels zie, ben ik hier nog niet zo van overtuigd!

donderdag 12 april 2007

Beschrijven


Na de hiervoor beschreven teksten gelezen te hebben ben ik alleen maar verwarder geraakt. Ik ben niet zo filosofisch ingesteld en weet even niet wat ik ermee aan moet. Kijken naar mijn eigen foto als een buitenstaander lukt ook niet echt, omdat ik erbij wás, op het moment van de opname. In hoeverre kleur ik daardoor mijn observaties?

Ik zie toegangsdeuren, waarvan één met een brievenbus, een bel, een huisnummer en een intercom, zo lijkt het tenminste. Er woont/verblijft dus iemand achter de deur. Maar wacht even, er hangt een briefje op de blauwe wand. Ogal is naar Sel verhuisd. Er staat nog wel een (nette) auto voor de deur. Misschien is er wel iemand. Echt uitnodigend is het er niet. Leuke kleurtjes, het lijkt wel Ierland, maar daar is het groener. Natuurlijk groen, wel te verstaan. Hier is alleen kaal beton te zien en een verwaaide krant. Marokkaans lijkt me, of gaat mijn fantasie nu met me op hol? Ook de verveloze plek op de groene deur lijkt de vorm van de krant te hebben. Op de deur ook nog een plaatje van Maria met het kindje Jezus. Geloven Marokkanen in Maria? Ik weet het niet, maar niet alle Marokkanen hebben hetzelfde geloof natuurlijk. Die krant zegt eigenlijk niets, is komen aanwaaien. Maar de naam Ogal dan? Die is meer Turks, naar mijn gevoel. Wat betekent dit allemaal?

De tekst van de Twentysix Gasoline Stations is me duidelijk. Met die van De Saussure en Derrida heb ik meer moeite, daar kom ik zonder toelichting niet uit. Dat lijstje moet maar even wachten.

Schrijven over eigen werk

Afgelopen week de eerste van 5 lessen van Bert Sissingh m.b.t. Schrijven over eigen werk. Het is de bedoeling dat we aan het eind van deze lessen zo'n beetje weten wat het onderwerp van onze scriptie is. Poeh-eh, het gaat er dus echt van komen, afstuderen!

De opdracht van deze week luidt om aan de hand van twee artikelen een (eigen) foto te beschrijven, d.w.z. we moeten een lijstje maken met ca. 5 à 10 betekenissen van de foto.
Die artikelen gaan over Twentysix Gasoline Stations, van Edward Ruscha en over taal en beeld.

Daar gaan we dan weer, want eerst is er de keuze van de foto. Is het handig om een foto te kiezen van het project waar we nu mee bezig zijn, Katendrecht? Of juist niet?
Na deze opdracht (te) lang te hebben laten liggen i.v.m. mijn portfolio perikelen, besluit ik om een foto van Katendrecht te pakken, omdat ik daar nu intensief mee bezig ben.

Testje

Weer een blogspot erbij, nu nog allemaal bij zien te houden...